In de master Onderwijswetenschappen bestudeer je onderwijs op drie verschillende niveaus: op het niveau van de leerling, de leeromgeving en de maatschappij.
Oriëntatie en verdieping van brede vraagstukken rond onderwijs staan centraal. Je doet theoretische kennis op over leren en onderwijs. Daarnaast is er aandacht voor de relatie tussen onderzoek, beleid en praktijk en breng je theoretische kennis en onderzoeks- en onderwijskundige vaardigheden in praktijk tijdens de stage en het scriptieonderzoek. Deze master richt zich op het reguliere onderwijs. Denk hierbij aan onderwijs aan heel jonge kinderen, primair onderwijs, voortgezet onderwijs en hoger onderwijs. Het gaat hierbij om leerlingen, professionals die daar werken, het materiaal dat wordt gebruikt en het beleid.
De volgende vragen staan centraal:
Hoe kan onderwijs zo goed mogelijk worden afgestemd op de kenmerken, wensen en behoeften van individuele leerlingen?
Welke rol spelen technologische ontwikkelingen in de manier waarop onderwijs wordt ingericht? En hoe kan technologie op een effectieve manier in het onderwijs worden ingezet?
Hoe kun je leraren het best begeleiden wanneer ze voor het eerst met een nieuwe instructiemethode gaan werken?
Hoe kun je kansenongelijkheid in het onderwijs tegengaan en welke rol speelt de betrokkenheid van ouders hierbij?