Landschapsarchitectuur wordt ook wel omschreven als ‘tekenen in de topografie’, maar het vak omvat veel meer. In de masteropleiding aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam verwerf je de kennis, inzicht en vaardigheden die het mogelijk maken ruimtelijke problemen ontwerpend op te lossen en nieuwe topografische situaties in beeld te brengen. Op verschillende schaal- en abstractieniveaus, van tuin tot regio. Je leert niet alleen om nieuwe elementen als water, infrastructuur, bebouwing of groen te verzoenen met de aanwezige kwaliteiten en mogelijkheden van de natuurlijke en historische omgeving, maar ook om een proces in gang zetten waarbij steeds meer partijen aanhaken.
Onderzoek is een belangrijk onderdeel van het werk, hieruit kan werkelijk begrip en innovatie voortkomen. Dat is ook begrip krijgen van de andere factoren dan de ruimtelijke; de gebruikers, de makers en beheerders. Bovendien is de landschapsarchitect zich nadrukkelijk bewust van de invloed die de factor tijd heeft op de kwaliteit van de omgeving, en kan deze zijn werk laten doen. Door het aanbrengen van de juiste basiscondities ontstaat een hoogwaardige buitenruimte.