Ken jij het gevoel dat je niet goed genoeg bent? Zeurt er soms een stemmetje in je hoofd dat je eigenlijk niks kunt. Dat het een kwestie van tijd is totdat anderen dit ook door hebben. En doe je uit alle macht je best dit te voorkomen door nog beter te presteren? Lees hier wat dit betekent en vooral hoe je ervan af komt!
De angst om door de mand te vallen, noemen we het impostersyndroom. Mensen met dit syndroom zijn vaak perfectionistisch en twijfelen erg aan hun eigen kwaliteiten. Je kunt dit krijgen door ouders die erg prestatiegericht zijn of juist te beschermend.
Heb jij niet zo veel zelfvertrouwen? Leg je de lat hoog voor jezelf? En onderschat je je eigen prestaties? Dan loop je risico op het impostersyndroom. Hoe hoger je bent opgeleid, hoe sterker de minderwaardige gevoelens kunnen zijn. Het impostersyndroom uit zich voor studenten vaak door het gevoel niet intelligent genoeg te zijn. En door extra hard moeten werken om bij te blijven.
De angst door de mand te vallen gaat gepaard met (hevige) stress. Het kan zelfs leiden tot faalangst. Een laatste stadion is een burn-out. Je gaat steeds harder werken en wordt heel perfectionistisch. Fouten maken voelt als een ramp en je durft niet op jezelf te vertrouwen. Je vergelijkt jezelf constant met andere studenten om je heen en het voelt alsof je nooit goed genoeg bent.
Een gezonde levensstijl is erg belangrijk. Probeer de balans weer terug te vinden in je leven. Maak bijvoorbeeld tijd vrij voor sporten. Sport verhoogt je zelfvertrouwen en je maakt ook stofjes aan, waardoor je je gelukkiger voelt en minder gaat piekeren. Zorg voor voldoende slaap en probeer gezond te eten wanneer dit kan. Gun jezelf daarnaast genoeg vrije tijd en ga leuke dingen doen met anderen.