8 jun 2022

Ken jij het gevoel dat je niet goed genoeg bent? Zeurt er soms een stemmetje in je hoofd dat je eigenlijk niks kunt. Dat het een kwestie van tijd is totdat anderen dit ook door hebben. En doe je uit alle macht je best dit te voorkomen door nog beter te presteren? Lees hier wat dit betekent en vooral hoe je ervan af komt!

Het impostersyndroom

De angst om door de mand te vallen, noemen we het impostersyndroom. Mensen met dit syndroom zijn vaak perfectionistisch en twijfelen erg aan hun eigen kwaliteiten. Je kunt dit krijgen door ouders die erg prestatiegericht zijn of juist te beschermend.

Kenmerken voor studenten

Heb jij niet zo veel zelfvertrouwen? Leg je de lat hoog voor jezelf? En onderschat je je eigen prestaties? Dan loop je risico op het impostersyndroom. Hoe hoger je bent opgeleid, hoe sterker de minderwaardige gevoelens kunnen zijn. Het impostersyndroom uit zich voor studenten vaak door het gevoel niet intelligent genoeg te zijn. En door extra hard moeten werken om bij te blijven.

Stress en faalangst

De angst door de mand te vallen gaat gepaard met (hevige) stress. Het kan zelfs leiden tot faalangst. Een laatste stadion is een burn-out. Je gaat steeds harder werken en wordt heel perfectionistisch. Fouten maken voelt als een ramp en je durft niet op jezelf te vertrouwen. Je vergelijkt jezelf constant met andere studenten om je heen en het voelt alsof je nooit goed genoeg bent.

Dit helpt jou af te komen van je negatieve gevoelens over jezelf:

  • Door je harde werken kom je vaak steeds hogerop, maar voldoening geeft dat allerminst. Of het is van heel korte duur. Hieronder staan enkele punten die je helpen inzicht te krijgen in jouw gedachten en emoties: Op het moment dat de minderwaardige gevoelens jou overvallen, schrijf dan heel precies op wat je voelt. Na een tijdje merk je dat je het steeds eerder en beter herkent.
  • Probeer rustig te worden door op je adem te letten.
  • Reflecteer op je gedachten. Merk op dat je gedachten hebt als: ‘dit is mij per toeval gelukt.’ Dit zijn geen helpende gedachten. Formuleer helpende gedachten voor jezelf. Bijvoorbeeld: ‘dit heb ik goed gedaan’. Of: ‘een fout maken is niet het eind van de wereld’.
  • Schrijf per dag drie tot vijf verschillende dingen op die je goed hebt gedaan.
  • Erken je eigen successen en vier ze!
  • Om je zelfvertrouwen te vergroten is het belangrijk dat je je eigen kwaliteiten in kaart brengt. Vraag bijvoorbeeld aan bekenden wat zij goede eigenschappen van jou vinden en maak een lijstje van alle dingen die je hebt bereikt.
  • Stel daarnaast prioriteiten (wat is nu echt belangrijk?) en probeer jezelf niet te overwerken.

Zorg goed voor jezelf (en je lijf)

Een gezonde levensstijl is erg belangrijk. Probeer de balans weer terug te vinden in je leven. Maak bijvoorbeeld tijd vrij voor sporten. Sport verhoogt je zelfvertrouwen en je maakt ook stofjes aan, waardoor je je gelukkiger voelt en minder gaat piekeren. Zorg voor voldoende slaap en probeer gezond te eten wanneer dit kan. Gun jezelf daarnaast genoeg vrije tijd en ga leuke dingen doen met anderen.